Trainen met een hartslagmeter tijdens het zwemmen is natuurlijk ook mogelijk, hoewel de signaaloverdracht soms problemen geeft. Het is niet duidelijk onder welke omstandigheden er storingen optreden. Ook kan er geen voorkeur worden gegeven voor een bepaald merk. Als je in het bezit bent van een hartslagmeter is het altijd zinvol (en leuk) om eens na te gaan hoe hoog je hartslag is tijdens het zwemmen.
De hartfrequentie is een goede maatstaf voor de intensiteit van de inspanning, omdat er een rechtlijnig verband bestaat
tussen de hartfrequentie en de intensiteit. Aan de hand van de anaėrobe drempel kan
de juiste intensiteit bepaald worden. Met behulp van een hartslagmeter kun je zo een maximaal rendement halen uit je
trainingen. Je hartslag tijdens het zwemmen is ongeveer 10-15 slagen lager dan bij het hardlopen. Dit
komt omdat tijdens het zwemmen alleen de kleinere spieren van het bovenlijf en gedeeltelijk de benen gebruikt worden.
Daalt bij het slechter worden van conditie!
Over het algemeen is de anaėrobe drempel hartslag tijdens zwemmen bij de voor een getraind
persoon ±165 ( met een variatie tussen
140 - 180).
Bij deze inspanningstest wordt stapsgewijs de zwemsnelheid opgevoerd. Het gaat er vanuit dat de hartslag lineair stijgt bij het opvoeren van de snelheid tot de anaėrobe drempel. Voorbij deze drempel gaat dit lineaire verband verloren. Na afloop van de test wordt met behulp van een grafiek de drempel geschat.
BenodigdhedenEen zwembad, hartslagmeter en een helper.
UitvoeringDoe een warming-up van zon 20 minuten. Hierna begint de test. Het is de bedoeling dat er 7 x 200 meter gelijkmatig gezwommen wordt met een oplopende snelheid (- 5 sec) in de zwemslag (vrije slag, schoolslag of rugslag). De zwem snelheid van de eerste start is gelijk aan het persoonlijke record op 200 meter + 30 seconden. Na iedere 200 meter wordt de zwemtijd en de hartslag genoteerd door een helper. Bij een hartslagmeter met geheugen is dat niet nodig: een druk op de geheugenknop is voldoende. Elke nieuwe start is precies 5 minuten na de start van de vorige. Om een zo goed mogelijk beeld te krijgen geeft de helper elke 50 meter / 100 meter de tussentijd door aan de zwemmer. Ook noteert de helper de tussentijden op de 100 meter.
Verwerking van gegevens
De gegevens worden uitgewerkt in een grafiek aan de hand van hartslag en de zwemsnelheden. De hartslag stijgt lineair tot de drempelsnelheid. Dit betekent dat de knik in de curve het gezochte omslagpunt is!
Neem 80 % (beginners) tot 90 % (gevorderden) van de maximale hartslag.
Voorbeeld (90%): maximale hartslag 178 dan is de anaėrobe drempel
160
De verschillende zwemtempo's zijn een bepaald percentage van de anaėrobe drempel.
Het voorbeeld is voor iemand met een drempel van 165.
![]() |
![]() |
|||
Herstel training | 60% | 99 | 75% | 124 |
Extensieve duurtraining | 75% | 124 | 85% | 140 |
Intensieve duurtraining | 85% | 140 | 95% | 157 |
Extensieve interval | 95% | 157 | 100% | 165 |
Intensieve interval | 100% | 165 | en hoger |